Kaderleden zijn ook werknemers

Eengemaakt statuut als hefboom voor werknemersrechten kaderleden

(uit “Ons Recht” februari 2013)

Het juridische verschil tussen arbeiders en bedienden moet in 2013 worden weggewerkt. Een historische gebeurtenis. Maar ook een stevige kluif voor de onderhandelaars van werkgevers en werknemers. Of voor de federale regering, die de knopen moet doorhakken als de sociale partners niet tot een vergelijk komen.

De discussies over één statuut voor alle werknemers worden ook met argusogen gevolgd door het NVK, de organisatie binnen de LBC-NVK die zich specifiek inzet voor de werknemersrechten van kaderleden. Nogal wat kaderleden vrezen dat het nieuwe statuut ertoe zal leiden dat specifieke regels en benaderingen worden weggeveegd. Ze zijn bang dat met de specifieke situatie van kaderleden – vaak een minderheid in de hele werknemersgroep – weinig rekening zal worden gehouden.

Het is echter geen geheim dat werkgevers trachten om kaderleden helemaal af te scheiden van de rest van het personeel. De LBC-NVK wil duidelijk geen nieuwe opsplitsing. Door de discussie over het nieuwe statuut wordt het wel mogelijk om de bestaande verschillen die wettelijk verankerd zijn of scheefgetrokken situaties eens tegen het licht te houden en te beoordelen. “Niet alleen met het oog op een verbetering van de contractuele bescherming,  maar ook in het licht van de organisatie van de sociale verkiezingen en het sociaal overleg. Want daar knelt het schoentje vooral”, vat nationaal secretaris Sandra Vercammen de bezorgdheid samen.

Opzegtermijn

Het ACV stelt voor om als opzegtermijn voor alle werknemers één maand per gewerkt jaar te voorzien, met een minimum van 3 maanden. “Een gelijk ontslagsysteem voor iedereen en dus ook voor kaderleden, ongeacht het loon, is op zich verdedigbaar. Een mogelijke plafonnering van de opzegtermijnen ligt dan weer moeilijk. Onze leden staan daar huiverachtig tegenover. Minstens moeten de verworven rechten op basis van het huidige ontslagsysteem vastgeklikt worden bij de overgang naar het nieuwe systeem. ”

Bij de kaderleden is er veel te doen rond ‘de opgelegde flexibiliteit’. Een nieuw arbeidscontractenrecht voor kaderleden zou iets kunnen opleveren als de verregaande flexibiliteit die van hen wordt verwacht kan worden teruggedrongen. Veel werkgevers verlangen dat kaderleden de klok rond beschikbaar zijn, zonder rekening te houden met de arbeidsduur. En vaak worden contractuele voorwaarden en afspraken zonder boe of bah eenzijdig veranderd. Soms is het wijzigingsrecht zelf contractueel vastgelegd. “Het nieuwe eenheidsstatuut zou een hefboom kunnen zijn om de flexibiliteit voor kaderleden collectief te regelen. Dat is belangrijk. Want anders trekken individuele kaderleden toch altijd aan het kortste eind”, weet de nationaal secretaris van het NVK.

Ook het probleem van de loonflexibiliteit zou in het debat kunnen worden meegenomen. “Door de toenemende focus op prestatiegerichte vergoedingen en bonussen lopen de werkdruk en de werkstress erg hoog op. Bovendien zien heel wat kaderleden door de crisis hun loon nu flink zakken. Nochtans werken ze even hard of zelfs harder dan voordien. Een bijkomend probleem hierbij is dat er over lonen en de verloningssystemen van kaderleden weinig transparantie is. Wat het uiteraard moeilijk maakt om te werken aan verbetering.”

Sociale verkiezingen en Sociaal overleg

Via de kaderlijsten bij sociale verkiezingen zijn kaderleden op dit moment zeker van een gewaarborgde aanwezigheid in de overlegorganen en in het bijzonder in de ondernemingsraad. “Maar dat komt nu misschien in het gedrang. Op een eenheidslijst zal het voor minderheidsgroepen binnen het personeel altijd moeilijker zijn om verkozen te geraken. En dus om hun agendapunten op tafel te krijgen. In veel gevallen zijn dat de kaderleden. Maar dat gaat ook op voor andere minderheidsgroepen. In bedrijven waar vooral bedienden of kaderleden werken, zal het voor arbeiders moeilijk zijn om verkozen te worden. Het is belangrijk om op een of andere manier garanties in te bouwen voor die minderheidsgroepen zodat ook hun stem gehoord wordt in het overleg.”

Een uitnodiging dus naar alle betrokken partijen om  na te gaan hoe we een gewaarborgde vertegenwoordiging voor alle groepen kunnen garanderen. De diversiteit op de werkvloer moet worden weerspiegeld in de personeelsvertegenwoordiging.

Het NVK wil het debat over het eengemaakte statuut graag uitbreiden tot een debat over sociaal overleg voor iedereen. Het volstaat niet dat de vakbondsafvaardiging bevoegd is voor enkel bedienden of arbeiders of in het beste geval voor alle werknemers.  Voor ons is het minstens even belangrijk dat alle werknemers, dus ook de kaderleden, deel kunnen uitmaken van de vakbondsafvaardiging. Alleen zo kunnen alle bekommernissen op tafel komen en kunnen we alle werknemers correct bijstaan en vertegenwoordigen.

Volgens Sandra trekken almaar meer jonge kaderleden aan de alarmbel en nemen ze contact op met LBC-NVK-vertegenwoordigers in de bedrijven. Ook de jonge generatie wil au sérieux worden genomen door werkgevers. Die laatsten hebben er alle belang bij dat er ook sociaal overleg plaatsvindt met kaderleden.

tekst: Jan Deceunynck

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.